De kruisbanden van de knie (voorste en achterste) zorgen samen met de buitenbanden, het gewrichtskapsel en de meniscussen voor de stabiliteit van het kniegewricht. Met name bij sportblessures kan een knie (verdraaien, verstuiken) kunnen deze banden sterk worden opgerekt of zelfs scheuren. Het kan hierbij tot een scheur in een enkele structuur komen, of er kan een complexe combinatie van beschadigingen optreden, of kan kraakbeenschade of schade aan de botten van boven- en onderbeen optreden.
Een gescheurde kruisband is vaak door middel van een lichamelijk onderzoek door Uw arts worden vastgesteld. De stabiliteit van de kruisbanden kan goed onderzocht worden. In aanvulling is vaak een MRT van belang, om de complexiteit van de blessure vast te stellen en een behandelplan te maken.
Typische symptomen bij een gescheurde kruisband:
- Heftige pijnklachten, vaak direct na het ongeval
- Beperkte beweeglijkheid (strekking!) en beperkte belastbaarheid van de knie (instabiliteit!). Soms is een instabiliteit van de knie pas na het wegtrekken van de zwelling merkbaar
- Zwelling door een bloeduitstorting in het gewricht
- Het gevoel “door de knie te gaan” (giving-way symptomatiek) of een merkbaar gevoel van het verschuiven van het bovenbeen ten opzichte van het onderbeen bij belasting (“schuiflade”).
CONSERVATIEVE THERAPIE:
Bij een complexe knieblessure (combinatie van meerdere blessures) wordt (in het bijzonder bij jonge, sportieve patiënten) een operatie aanbevolen. Dit hoeft echter niet altijd het geval te zijn. Direct na een blessure, staat symptoombehandeling op de voorgrond. Dit kan zijn door te koelen, hoogleghen van het been en bijv. pijnstillers in te nemen. Soms wordt een punctie van het gewricht uitgevoerd, om de druk te ontlasten, of volgt het fixeren van de knie in een oorthese (Don-Joy, Mecron Orthese). Na de “acute fase” volgt een periode van fysiotherapie en wordt zo geprobeerd de stabiliteit van de knie te verbeteren, door de spiergroepen om de knie te trainen.
In het bijzonder bij patiënten die niet sportief zijn, of weinig bewegen, of die weinig instabiliteit in de knie ervaren, of waar reeds een artrose bestaat, kan een kruisbandblessure op deze manier zonder operatie behandeld worden.
OPERATIEVE THERAPIE:
Dit gebeurt in de regel door een “voordere kruisband plastiek” (ACL-plastiek). Deze wordt normaal gesproken na 4-6 weken doorgevoerd, wanneer de zwelling minder is geworden en de knie weer beweeglijker is. Hierbij wordt de (gescheurde) kruisband vervangen door een nieuwe band, uit lichaamseigen materiaal (pees van m. Semitendinosis, m. Grazilis).
Afhankelijk van de aandoening (eerste keer, vaker gescheurd, mate van instabiliteit) kunnen ook andere pezen gebruikt worden. Soms kan de kruisband gehecht worden, als deze dicht bij de aanhechting gescheurd is.
NA DE OPERATIE:
De nabehandeling na een kruisbandoperatie is intensief en vereist een actieve rol van de patiënt. Vaak wordt in de eerste 2 weken een strekorthese aangelegd, deze wordt na 2 weken voor een bewegende orthese uitgewisseld waar buiging tot 90 graden mee mogelijk is. Soms kan de belasting direct na de operatie vrijgegeven worden, in andere gevallen is deze voor enkele weken tot 20 kg. beperkt. Een intensieve fysiotherapie, met eventueel lymphdrainage, en een medicamenteuze (analgetische) behandeling wordt aanbevolen. Een tromboseprophylaxe is noodzakelijk tot het been weer volledig belast wordt.
Na 6 weken kan weer met actieve stabiliserende oefeningen begonnen worden, na 3 maanden kan weer met looptraining begonnen worden. (Contact)Sport op wedstrijdniveau is na 6 – 12 maanden weer mogelijk.